Chesapeake Bay
wpe6.jpg (4245 bytes)
         de vierde dag

Het neemt allemaal veel meer tijd in beslag dan ik had verwacht. Als je gaat zitten peinzen over 6 eeuwen geschiedenis onder een oude boom, dan is dat natuurlijk niet verwonderlijk. Dus besluit ik om niet verder naar het zuiden te zakken en dat stuk van de Chesapeake, wat ik nog graag had willen zien, te bewaren voor een volgende keer. We gaan in één keer dwars het schiereiland over naar Lewes, aan de Delaware Bay. Vanavond moeten we weer in Dover zijn, want dan is Fred klaar en kunnen we de avond weer samen doorbrengen.

Dus kap weer naar beneden en de petten weer op. Ooit heb ik gezworen dat ik nooit zo'n vreselijk 'Amerikaans' ding op zou zetten, maar de efficiency van zo'n pet bij dit zonlicht is enorm en een zonnebril alleen is onvoldoende. Blijkbaar valt onze outfit bij de Amerikanen in de smaak, want we worden luid toeterend gepasseerd door een Amerikaanse dame die een goedkeurend gebaar maakt met haar duim omhoog! Be in Rome and do as the Romans!

Het nog lege strand van LewesNa bijna 2 uur rijden bevinden we ons weer op de oostkust van het schiereiland en rijden rechtstreeks door naar het strand, wat er bijna volkomen verlaten bijligt. Moeder en dochter klappen de stoelen in de slaapstand en sluiten, met uitzicht op de baai, de ogen. Even rust voordat we aan het volgende historische onderdeel van deze trip beginnen. We zijn zo onder zeil in deze stilte met alleen het geluid van de golven. (Klik op de foto en zie hoe het er in het hoogseizoen uitziet.)

Lewes is trots op haar Nederlandse grondslagen en heeft ter ere van haar 300 jarig bestaan in 1931 in het centrum van de stad, het Zwaanendaelmuseum gebouwd. Een kopie  van het stadhuis van Hoorn. Dit museum is o.a. gewijd aan onze voorvaderen die hier een walvisvaartcentrum wilden oprichten.

Zwaanendael Museum gelegen in een prachtig aangelegd park

In het doodstille museum worden we zeer enthousiast ontvangen door de curator die ons meteen persoonlijk begint rond te leiden. Ze legt uit dat het simpel een gebrek aan inzicht in wederzijdse culturen was, dat de eerste 28 vissers letterlijk het hoofd heeft gekost. Een jaar lang leefden ze namelijk op zeer goede voet met de lokale Indianen. In het midden van het fort Zwaanendael, waarvan in het musem een maquette is opgesteld, hing aan een pilaar het wapenschild van de stad Hoorn. Volgens antropologisch onderzoek bestond er bij deze groep indianen niet duidelijk een besef van "mijn en dijn". Op een slechte dag loopt dan ook een Indiaan het fort binnen en ziet dit kleurrijke object hangen en neemt het vrolijk mee. De vissers in alle staten!  Beroofd van hun identiteitsbewijs, hun trots, hun eer!

Ze eisten niet alleen dat het object onmiddellijk terugggeven moest worden, maar ook dat de man gestraft werd. Nou bestond er maar één straf en dat was onthoofding. Om op goede voet met de withuiden te blijven werd de straf uitgevoerd. De Indiaan werd ter plekke onthoofd en zijn hoofd werd gezamenlijk met het schild trots aan de Nederlanders overhandigd. Grote consternatie. Dit was nou ook weer niet de bedoeling. Wat een barbarij! De duidelijke afwijzing van hun teken van goede wil deed vrienden van de onthoofde Indiaan concluderen dat deze  voor niets was onthoofd. Nu was de "ontering" aan hun kant met als resultaat dat er binnen de kortst mogelijke tijd nog 28 hoofden vielen......  Einde eerste Nederlandse kolonie op de kust van Delaware.

Als we onze gids bedanken voor de rondleiding verzoekt ze ons het gastenboek te tekenen. Zet ik dan mijn naam neer dan zie ik boven de mijne staan; "Derk Landzaat". Wie is deze man? Ik heb een goede vriendin in Nederland met die achternaam.....?! Het blijkt een Amerikaan te zijn, woonachtig in Lewes, afstammeling van Nederlanders die de onthoofde vissers opvolgden en uitermate geïnteresseerd in zijn Nederlandse afkomst. Hij was een uurtje voor ons langs geweest, zoals hij wel vaker deed en had het verzoek achter gelaten dat wanneer er ooit Nederlanders langs zouden mogen komen hij ze graag zou ontmoeten. Helaas, haar collega die het adres van de man heeft, is er niet dus kunnen we hem niet opzoeken. Had ik toch wel leuk gevonden. Jammer. In ieder geval laat ik mijn visitekaartje achter. Misschien mailt hij nog eens.

We bekijken het dorp, rijden nog even langs de plek waar al die hoofden vielen en zien daar vanaf het monument ter hunner ere opgericht, hoe mooi dit gelegen was en wat voor fraaie bungalows er nu liggen. Elk met een eigen pier. Niet voor walvisvaarders, maar voor de moderne watertoerist. Wie wil er nu niet zó wonen?

Bungalows met een eigen pier

Dan nemen we highway no. 1 en sjezen naar het noorden, terug naar Dover. Als we daar in het hotel voor de spiegel staan, konstateren we dat deze withuiden behoorlijk gekleurd zijn geraakt. Als Fred dan arriveert met woeste verhalen hoe hijt met alle Liberia Conferentie gangers gedineerd heeft naast de paarderaces in de Dover Downs, willen wij dat natuurlijk ook. Las Vegas van de oostkust mag toch ook niet aan onze aandacht ontgaan.

De cultuurschok is groot, maar gelukkig word ik er niet voor onthoofd. Fred konstateert alleen dat mijn mond open blijft staan. In tegenstelling tot deze reclamefoto van de betreffende website (erop klikken en zie de rest) is er bijna geen lege stoel in deze eindeloze zaal, waar gokmachines ratelen, bellen afgaan en bijna iedereen gebiologeerd zit te staren naar het scherm voor zich.

De lege gokzalen van de Dover Downs

Wat ons nog meer onststelt is dat het een concentratie lijkt van mensen met immens overwicht. We weten dat één op de vijf Amerikanen aan deze ziekte (zoals het ondertussen wordt beschouwd) lijdt, maar zijn ze hier met z'n allen verzameld? Wijdbeens (voor zo ver mogelijk), met de geldbak tussen de benen, vaak een sigaret tussen de beringde vingers, wordt hier driftig gegokt. Luid gerinkel van een bel, een bewaskingsagent komt aanlopen en de dame achter de betreffende machine gaat helemaal uit haar dak: twaalfhonderd dollar heeft ze gewonnen. Fred verzoekt me grinnekend nou toch eindelijk eens die openstaande mond dicht te doen.

Vreselijk, dit vind ik niet leuk. Weerzinwekkend eigenlijk en het geluid is oorverdovend. We verdwijnen naar het restaurant. Opgezet als een amfitheater kijk je hier uit op de paardenraces, maar helaas, de laatste wedstrijd is net voorbij. Niet getreurd, voor de echte liefhebbers staat op elke tafel staat een kleine tv waarmee de races gevolgd kunnen worden in ...... Baltimore! Ik weet niet hoe gauw ik het kreng op onze tafel uit moet krijgen, want het geluid van de commentator, maakt een gesprek bijna onmogelijk. Er is een uitgebreid buffet waar je voor één en de zelfde prijs net zo veel mag eten als je wilt. Vandaar dus al dat overwicht hier verzameld. Ik kan het niet laten te volgen hoe de dame aan de tafel naast me, die echt twee stoelen nodig heeft, hoeveelheden wegwerkt waar ik een week op zou kunnen leven. Tot drie keer toe staat ze op om naar het buffet te schuifelen, want lopen kun je dat niet meer noemen. Ik krijg het bord met mijn eigen portie van verbijstering en een stijgend gevoel van misselijkheid niet leeg.

Als de auto weer netjes geparkeerd staat voor het hotel heb ik een stevige borrel hard nodig. We lopen naar de nachtclub, waar weer hevig gedanst wordt. Blijkbaar is dit een punt waar de lokale bevolking graag uit het dak gaat. Men staat in een kring te dansen en onder luid gegil van de dames springt er af en toe iemand in het midden om zijn of haar danskunsten te laten zien. Twee heren, op cowboylaarzen, hebben duidelijk ruzie en kunnen nog net uit elkaar gehaald worden. Geen knallende zwepen en gelukkig geen revolverschoten. Mijn martini, waar hier vermouth met wodka onder wordt verstaan, smaakt me uitstekend, doet de misselijkheid verdwijnen en de vele indrukken bezinken. Het Delmarva Peninsula was een geweldige ervaring. Morgen terug naar huis.

Einde

terug naar eerste dag
terug naar tweede dag
terug naar derde dag
terug naar Washington Memorials