|
|
Afrikaanse
invloed op
Westerse kunst
|
- Stromingen
- Kunstenaars
- Afrika in Westerse kunst
|
|
|
Alberto Giacometti
Vanaf 1922 vestigt Alberto Giacometti zich
in Parijs, waar hij studeert bij Antoine
Bourdelle aan de Académie de la
Grande-Chaumière. Onder invloed van
beeldhouwers als Jacques Lipchitz en de
maker van Rotterdams Verwoeste stad Ossip
Zadkine, maakt hij kennis met het kubisme en
experimenteert hij met compositie. Als hij
zich van deze voorbeelden losmaakt, ontdekt
hij de Afrikaanse kunst die voor veel
kunstenaars van zijn tijd als een
belangrijke inspiratiebron geldt. De
invloeden van zijn klassieke opleiding, het
kubisme en de primitieve kunst leiden tot
zijn eerste grote vrouwelijke figuren
waaronder Femme cuillère. Tot aan 1935 maakt
Giacometti Surrealistisch werk en is hij een
van de toonaangevende kunstenaars van deze
stroming. Daarna richt hij zich steeds
geconcentreerder op het thema dat hem zijn
hele leven zal bezighouden: de weergave van
het menselijk lichaam.
website
kunsthal, n.a.v. het retrospectief dat
hier te zien was over Giacometti
|
|
Karel Appel:
(...) Tijdens de Cobra periode (vanaf 1948) schilderde Appel simpele
vormen met stevige contourlijnen, opgevuld door felle kleuren.
Onderwerpen waren vriendelijke onschuldige kindwezens en fantasiedieren.
Hij liet zich daarbij beïnvloeden door de manier waarop geestelijk
gehandicapten tekenen en schilderen, iets wat in die tijd revolutionair
genoemd mag worden. Het werk van Appel gaf, en geeft nog steeds, vaak
aanleiding voor opmerkingen zoals "dat kan ik ook". De stijl
van kindertekeningen vult Appel aan met de stijl van maskers uit
Afrika. (...)
Bron: Wikipedia
NL
|
|
|
Henry Moore
(...)
of the art Negro or. Egyptian, Etruscan sarcophaguses " sculptures of archaic Greece or mysterious Aztec civilization, make an incision paléolithiques. He found in these scultures a powerful energy that , in his own taste, the following civilizations did not possess.
He had the chance to meet Michel Sadler, Vice Chancellor and great art collector of Cezanne, Gauguin, Van Gogh e of the art Negro precursor of this art well in advance of their general acceptance in England.
|
|
|
|
|
Permeke: Groen
naakt
Gemeente Museum Den Haag |
Constant
Permeke:
(...) Permeke legt onder invloed van Picasso en de criticus André de
ridder een mooie verzameling aan van zogenaamde 'negerstatuetten'. In
tegenstelling to zijn vriend Van
den Berghe, die zich onder invloed van de 'negerkunst' tot
steeds fantasierijker werk laat opstuwen, is de invloed van de primitieve
kunst in het werk van Permeke vooral te zien in zijn beelden die steeds
rudimentairder worden.(...) Bron:
Museumkrant Gemeentemuseum Den Haag
2004 # 4
|
|
Les Demoiselles d'Avignon (detail)
|
Picasso
Het is duidelijk dat Picasso op zijn laatst ergens in de lente van 1907 bekend raakte met Afrikaanse beelden. De schilderijen uit die periode bevestigen dat. De 'Demoiselles d'Avignon', of tenminste de twee figuren rechts en zelfs meer nog de studies die ermee samenhangen en een aantal verwante schilderijen uit 1907, bevestigen allemaal zijn kennis van tenminste twee Afrikaanse stijlen, maskers uit Ivoorkust (vooral Dan) en met koper beslagen wachterfiguren van de Bakota stam uit Gabon. Een vergelijking van de 'Danser' (1907), het schilderij dat het meest overeenkomt met z'n primitieve prototype wijst op Picasso's gecompliceerde en subtiele relatie met Afrikaanse kunst. De parallellen zijn duidelijk: de armen van de figuur zijn achter het hoofd gebracht om het gezicht te omlijsten op de manier van de schematische hoofdtooi van het Bakota beeld; het gebogen rechterbeen met de voet die tegen de linkerkuit drukt, benadert de hoekig gevormde ledematen (die misschien helemaal geen benen zijn) en het geruwde oppervlak van het metaal kan vergeleken worden met de weloverwogen grote en ongelijke modellering van ogen en neus. Maar de verschillen zijn minstens even sprekend.
(meer bij cultuurnetwerk.nl)
|
|
Bron: Ivo
Bouwman
|
|
Kubisme
In 1906 schildert Pablo Picasso (1881-1973) onder invloed van primitieve
Afrikaanse kunst het schilderij Demoiselles d'Avignon; het beginpunt van het kubisme. Samen met Georges Braque (1882-1963) ontwikkelt hij in de volgende jaren de meest invloedrijke kunststroming van de 20e eeuw. De centrale gedachte in het kubisme is datje een object het best weergeeft als je het van verschillende kanten tegelijk bekijkt. Vervolgens worden deze verschillende gezichten op het object in een schilderij
gecombineerd.
|
Georges Braque: Stilleven
|
Bron: Frans
Liederlmeijer
|
|
Jugendstil
en Art Deco
In Europa en Amerika ontstond er vanaf 1890 op het gebied van architectuur en kunstnijverheid een nieuwe stijl, die in internationaal verband de Franse benaming 'art nouveau' kreeg, maar in Duitsland 'Jugendstil' heet, in Oostenrijk 'Wiener Sezession' en 'Wiener Werkstätte', in Spanje 'modernista', in Italië 'stile Liberty' en in ons land 'Nieuwe Kunst'. Ondanks de verschillen in naam en verschijningsvorm zijn er grote overeenkomsten, zoals de inspiratie op de natuur, op grote stijlen uit het verleden, de stilering van vorm en decoratie en een fascinatie voor niet-westerse culturen als de Japanse, de Perzische en wat Nederland betreft de Indonesische.
De kiem van dit alles werd in Engeland gelegd, waar de industrialisatie al aan het eind van de 17e eeuw op gang gekomen was en zich in de 18e en 19e eeuw krachtig verder zou ontwikkelen. Die bracht het kunstambacht tot verval; machines namen de taak over van de traditionele ambachtsman en kunstenaar.
Mijlpaal voor dit proces was de grote wereldtentoonstelling van 1851 in Crystal Palace in Londen. In dit revolutionaire gebouw van ijzer en glas - de nieuwe materialen van de industriële revolutie - werden de nieuwste industriële producten, meest overgedecoreerd, gepresenteerd naast voorwerpen uit vroegere perioden en objecten uit Azië en
Afrika.
De vergelijking viel uit in het voordeel van de laatste omdat zij een eigen tijd en cultuur weerspiegelden; men ontdekte dat simpele voorwerpen, mits goed van vorm en verhoudingen, kunstwaarde konden hebben. Dat schreeuwde min of meer om een rehabilitatie van het westerse kunstzinnige ambacht en het leidde tot het stichten van werkplaatsen, waar handwerkslieden, kunstenaars, architecten en kunstenaars gingen samenwerken om een eigentijdse kunststijl te ontwikkelen
|
|
Bron: Kunstbeeld.com
Bron: De
Kunstkijker
|
|
De
Expressionisten
Die Brücke en Der Blaue
Reiter
Die Brücke is een kunstenaarsvereniging die vanaf juni 1905 tot 1913 een groep expressionistische schilders bond. Hun doel was om de kunst te bevrijden van de academische vormleer. De schilderijen van de afzonderlijke leden toonden heel veel overeenkomsten door hun intensieve samenwerking. Ze hadden een gemeenschappelijk atelier in Dresden waar ze naast schilderijen ook grafisch werk en driedimensionaal ( m.n. houtsnijwerk) werk vervaardigden. Deze collectieve stijl kreeg meer persoonlijke kenmerken na hun verhuizing van Dresden naar Berlijn. Tijdens hun jaren in Dresden is het naaktfiguur het meest voortkomende motief. Hun geloof dat het dagelijks leven en kunst met elkaar verbonden hoorde te zijn leidde zelfs tot het vervaardigen van meubelen.Tot hun inspiratiebronnen hoorden de Duitse kunst uit de tijd van de gotiek en de primitieve kunst (m.n. uit
Afrika en Oceanië).
Ongeveer tegelijkertijd met de Franse Fauvisten waren er in Duitsland
schilders, die net als de Fransen, felle kleuren gebruikten en de natuurlijke vormen wijzigden als ze dat nodig vonden om iets te
benadrukken. Hun wijze van verbeelden werd sterk beïnvloed door hun
gevoelens. Er waren twee groepen Duitse expressionistische schilders in
Duitsland: "Die Brücke" en "Der blaue Reiter". "Die Brücke" wilde een verbinding zijn tussen allerlei
stromingen. Er werden onnatuurlijke felle kleuren gebruikt en men vond inspiratie in
negersculpturen uit Afrika en Japanse houtsneden . |
Otto
Müller / die Brücke
|
Bron: Etnologisch
Museum Berlijn
|
|
Europese en Noordamerikaanse kunstenaars zijn sinds het begin van de 20ste eeuw geïnspireerd door
Afrikaanse kunst. De Duitsers Max Pechstein, Emil Nolde
en Karl Schmidt-Rottluff werden beïnvloed door werken uit de verzameling van het Etnologisch Museum in Berlijn.
|
|
Bron: De
kunstkijker
|
|
Ongeveer tegelijkertijd met de Franse Fauvisten waren er in Duitsland schilders, die net als de Fransen, felle kleuren gebruikten en de natuurlijke vormen wijzigden als ze dat nodig vonden om iets te benadrukken. Hun wijze van verbeelden werd sterk beïnvloed door hun gevoelens. Er waren twee groepen Duitse expressionistische schilders in Duitsland: "Die Brücke" en "Der blaue Reiter". "Die Brücke" wilde een verbinding zijn tussen allerlei stromingen. Er werden onnatuurlijke felle kleuren gebruikt en men vond inspiratie in negersculpturen uit
Afrika en Japanse houtsneden . "Der blaue Reiter" is meer ingetogen en probeerde een link te leggen tussen de zichtbare wereld en de wereld van de geest. Een van de leden was
Kandinsky en hij wordt beschouwd als een van de eerste makers van een abstract schilderij . Hij kwam tot die stap bij het zoeken de ware bron van de artistieke schepping. Hij vond dat kleur,lijn en vorm op zichzelf staande algemene waarde had.
|
Kandinsky: Black and Violet
|
www.vanderkraaij.net |
|
terug
|