wpe4.jpg (27862 bytes)
The Rappahannock River bij
Fredericksburg

wpeA.jpg (54749 bytes)
Het stadhuis

wpeC.jpg (38682 bytes)
Huizen met identieke gevels

wpeE.jpg (60003 bytes)
is niet alleen iets van de 20ste eeuw.

wpe18.jpg (27687 bytes)
James Monroe, de man achter de terugkeer van de de slaven naar Afrika en naar wie Monrovia (Liberia)  is genoemd

wpe6.jpg (50100 bytes)
De richting moge duidelijk zijn...

wpe8.jpg (45435 bytes)
De gevel van een pottenbakkerij

wpe10.jpg (58552 bytes)
Een wel zeer intrigerend grafmonument

wpe12.jpg (41478 bytes)
Een doorkijkje in de tuin van Chatham Manor

wpe14.jpg (59408 bytes)
Ik wou dat ik de geur erbij kon leveren...

wpe16.jpg (39285 bytes)
En zo rijden we weg van de plantage.....

Fredericksburg, 
Virginia.

 

 

 

 

Een uur en een kwartier rijden van Washington, richting het zuiden, ligt Fredericksburg in de staat Virginia. Gesticht in 1728, maar de fameuze John Smith voer al rond 1608 de Rappahannock River op en vond er de Indianen die er al eeuwen woonden.

George Washington groeide er op, James Madison (de 4e president) had er zijn advocatenpraktijk, Thomas Jefferson schreef er het eerste "amendment to the constitution" en het leger van het Noorden (the Union Army) en die van het Zuiden (the Confederates) vochten er in vier zulke bloederige slagen dat er meer dan 100.000 slachtoffers vielen.

Redenen genoeg dus om dit stadje, dat tegenwoordig 18.826 inwoners telt, op een warme zondag op te zoeken.

Het is heet (35 graden) als we rond het middaguur arriveren. Heet en uitermate slaperig. Er lopen wat toeristen rond, maar zeker niet de horden die hier blijkbaar anders speciaal naar toe komen, op zoek naar één van de slagvelden van de Burgeroorlog, gezien het immense aantal antiekwinkels en gallerieën. Een toeristische paardentram sjokt uiterst langzaam door de straten. De mollige gids, pontificaal in korte broek, is ook aan haar siesta toe. Op uitermate landerige toon horen we haar door de microfoon over de wetenswaardigheden vertellen als ze ons voorbij rijdt.

Wij lopen, met de lijst van bezienswaardigheden in de hand, van schaduw naar schaduw, ondertussen ook hevig speurend naar "koffie" (en dan wel "echte" natuurlijk, geen Amerikaans slootwater). Deze zoektocht duurt lang maar ondertussen zien we meer dan de helft van onze lijst.

Fredericksburg is geen rijk stadje, dat is duidelijk. Heel wat van de 19e eeuwse huizen zijn vervallen, maar de kleuren, de bouwstijlen en de schitterende seringen die overal in bloei staan, maken alles goed. De Rappahannock stroomt langzaam en zwoel langs het geheel en ergens ver op haar oevers wordt muziek gemaakt. Het geheel is zeer fotogeniek.

En dan vinden we op de hoek van William en Prinses Anne Street onze koffie. Geen Starbuck, maar de faam van deze koffietent is ook hier doorgedrongen, want de eigenaar heeft de opzet zo ongeveer gekopiëerd en gelukkig ook het product. Op het terrasje genieten we van alles wat aan ons voorbij gaat. Heel wat bewoners uit de buurt komen er zich laven aan de koffie en op straat rijden vele motoren, waarvan de berijders in de meest uiteenlopende outfits en met de meest vreemde tatouages regelmatig onze aandacht trekken.

De religieuze aard van het dorp was al niet aan ons voorbij gegaan door de vele kerktorens. Vanaf één punt konden we er zelfs 6 zien, waarmee Kampen dus onovertroffen blijft, want daar heb je het fameuze 7-kerken-punt! Als er dan een schoolbus voorbij rijdt (brengt die de kinderen naar bijbelles op deze zondag?) moeten we aan moslim-Afrika denken, waar de bussen de tekst "Als Allah het wil" dragen. Deze bus is iets fundamentalistischer met  "God never fails" in het vak waar bij ons altijd de richting van de lijndienst wordt vermeld......

Ik vraag aan een serveerder waartoe toch die soort waterfilter met daarvoor een open reservoir onder de boom dient. Omstandig, met brede handgebaren en het zwiepen van zijn paardestaart vertelt hij dat mensen die hun honden uitlaten hier regelmatig een kopje koffie komen drinken. De hond mag niet binnen, maar kan buiten genieten van een slok plus eventueel de binnen te verkrijgen hondekoekjes.

Het verschijnsel wordt me even later letterlijk in de handen geduwd als een dame, wederom mollig en wederom pontificaal in korte broek, mij vraagt of ik even wil "doggy sitten" terwijl ze binnen haar koffie haalt. Geen probleem en ik houd het rose riempje, met glittersteentjes, waaraan een schat van een zwarte, vrouwelijke pup zit, vast totdat er een andere dame aankomt  (zeer mollig, zeer pontificaal in korte broek) en helemaal "smelt" voor de pup. Ze vraagt of zij mijn taak even over mag nemen. Geen probleem, kan ik rustig verder proberen de Amerikaanse maat voor een 'kleine'  kop koffie toch helemaal op te drinken en ondertussen vaststellen dat mollig tot zeer mollig hier de lokale doorsnee is en het modebeeld erbij een korte broek.

Dan stappen we in de auto en rijden over de Rappahannock naar Chatham Manor. Zodra we de oprijlaan van één van de meest bekende plantages uit de Engelse koloniale tijd oprijden wordt de stilte enorm. Als we stilstaan zoemen de bijen en de muggen en geurt het hooi dat er prachtig opgerold bij ligt. We genieten van de schoonheid van de landerijen, het prachtige huis, de aanleg van de tuin (dat allemaal werd onderhouden door meer dan 100 slaven) en, als we weer wegrijden, van het hele kleine landweggetje dat ons al kronkelend en over krakende steentjes  van licht naar schaduw onder de immense bomen door weer naar de lawaaierige 21ste eeuw brengt.

Dan maken we nog even om omweg door Historic Falmouth, een gat wat er, even als de plantage, schitterend bij ligt, maar minder goed onderhouden. De weg leidt ons ook door Belmont. Duidelijk een "suburb" waar de rijken zich aan de oever van de Rappahannock onder zeer luxe omstandigheden hebben verzameld.

Als we tegen zessen de lokale highway oprijden zien we een benzine station waar de benzine $1.23 per gallon (4.5 liter!!!!!) kost. Het is er razend druk en wij maken ook gebruik van dit voordeel (in DC betalen we $1.67), ons realiserend wat zo'n tankvol in Nederland wel niet zou kosten. Maar ja, de Golfoorlog is gevoerd om "The American Way of Life" te handhaven (George Bush 'de oudere' zijn woorden) en dat is goed gelukt. Dan rijden we de interstate I95 naar Washington op en laten de rust van de plantages voorgoed achter ons in een niet aflatende stroom van auto's, 8-banen breed, tot aan Washington DC.

(klikken op foto's geeft groter beeld)

Eisjen
16.07.01

Tips voor de reiziger:

Heen zijn we via de George Washington parkway, langs Alexandria, en Mount Vernon gereden en zijn pas de I95 opgegaan op de hoogte van Dumfries. Dit is een hele mooie weg langs de Potomac en is weer eens wat anders als alleen maar de I95 autobaan naar het zuiden.

Voor Chatham Manor: In Fredericksburg de brug over de Rappahannock over en daarna links voorsorteren bij het eerst volgende stoplicht. Borden volgen. 

Als je het terrein van Chatham Manor weer afrijdt rechts de weg langs de Rappahannock oprijden, dan kom je vanzelf in Falmouth en zie je de borden voor Belmont.

Relevante Links:

 

 

 

 

             James Madison

Boeken om te lezen:

 

 

Terug naar
Washington Memorials