(...) Het vijfde zegel
verhaalt over El Greco's hellevaart.
Koning Philips de Tweede
wijst zijn schilderij van de Heilige Mauritius af. Grote
vertwijfeling bij El Greco is daarvan het gevolg. Daarbij
komet dat men er in hofkringen op uit is hem nog dieper te
doen vallen. Daartoe schakelt ment de
Inquisitie
in. (...)
(...) Al wat in een echte Vestdijk-roman
aanwezig is, vinden we hier in een rijke, veelledige vorm
terug: de kwelgeesten die iemands leven zuur maken, de (in
dit geval) vermeende verrader, de verhouding tussen een
meester en een knecht (hier koning Philips als meester en El
Greco als knecht die niet begrijpen en verkroppen kan dat
zijn meester hem afwijst), de verhouding tussen twee
vrienden vanwie de één een slimme raadgever is met en toch
wat bekrompen cerebrale inslag en de ander een door emoties
geteisterd gevoelsmens. Hen enige wat in deze roman
merkwaardigerwijs ontbreekt is een hartstochtelijke liefde.
El Greco woont samen met een aantrekkelijke vrouw, maar hun
relatie blijft, hoe ongebruikelijk bij Vestdijk, tamelijk
schimmig. (...)
Bron: "Het
Geberte, de tweeënvijftig romans van S. Vestdijk",
door
H.Br. Corstius
&
Maarten 't Hart.
Nijgh & van Ditmar
/
De Bezige Bij
(1996)