Heeft Afrika nieuwe grenzen nodig?

Veel ellende in Afrika is terug te voeren op de door koloniale grootmachten willekeurig getrokken landsgrenzen. Toch heeft vrees voor nog meer ellende ervoor gezorgd dat die grenzen onaantastbaar en onbespreekbaar zijn. Volgens Fred van der Kraaij moet het in het nieuwe millennium maar eens afgelopen zijn met die onaantastbaarheid.

(In: Internationale Samenwerking, April 2001)

 
 

De grenzen van Afrikaanse staten werden ‘op de tekentafel getrokken’, door de koloniale machten, tijdens de Conferentie van Berlijn (1885). Vanaf ongeveer 1950 werden de koloniale machten gedwongen zich uit Afrika terug te trekken en ontstonden er bijna vijftig onafhankelijke staten. Geen van de betrokkenen wilde de koloniale grenzen ter discussie stellen. Dat zou maar onrust scheppen en tot conflicten leiden! Dat de grenzen dwars door stamverbanden en verwante volkeren sneden, werd terzijde geschoven. De Organisatie van Afrikaanse Eenheid verklaarde snel na haar oprichting in 1963 de geërfde koloniale grenzen ‘onaantastbaar’. ‘Afrika had geen tijd voor (grens-)conflicten. Het moest zich ontwikkelen!’ De ex-kolonisatoren, de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie waren het daarmee eens.

Dit is het standaardverhaal. Maar enkele kanttekeningen zijn hier op hun plaats. De Conferentie van Berlijn hield zich vooral bezig met de toenmalige ‘Congo Vrijstaat’ - persoonlijk eigendom van de Belgische koning Leopold II. Er werden afspraken gemaakt over algemene beginselen van de kolonisatie - verovering - van Afrika, maar geen grenzen getrokken. Of het zou die van de Congo (het huidige Congo-Kinshasa) moeten zijn. De koloniale opdeling van Afrika gebeurde tijdens de erop volgende ‘Wedloop om Afrika’.

Na de dekolonisatie ontstonden in veel landen gewelddadige afscheidingsbewegingen. In Centraal Afrika was Congo-Kinshasa bij herhaling het toneel van veel geweld. Het West-Afrikaanse Nigeria kende een verwoestende afscheidingsoorlog. In Oost-Afrika wist Eritrea zich na dertig jaar strijd los te maken van Ethiopië. Miljoenen slachtoffers vielen in deze oorlogen.

We kunnen niet anders concluderen dan dat het beleid van ‘onaantastbare grenzen’ niet heeft gewerkt. ‘Afrika’ wordt geassocieerd met onrust, conflicten, chaos, oorlogen, vluchtelingen, armoede. Niet altijd terecht, maar de balans is ontmoedigend en triest. Tientallen miljoenen mensen kwamen om in deze oorlogen, een veelvoud werd gewond, miljoenen vluchtten in eigen land of een buurland. Kostbare infrastructuur werd vernietigd. Geld dat hoog nodig was voor de ontwikkeling, werd uitgegeven aan wapens, opvang van vluchtelingen, vredesoperaties en humanitaire interventies. De Verenigde Naties hebben sinds 1960 in zo’n tien Afrikaanse landen vredesoperaties uitgevoerd - met wisselend succes. Slechts in een klein aantal betrof dit burgeroorlogen waarbij politieke afscheiding geen rol speelde.

Twee derde van alle conflicten in de wereld spelen zich op dit moment in Afrika af. Er zijn op dit continent tien tot vijftien oorlogen gaande - waarbij de helft van de 48 Afrikaanse landen bezuiden de Sahara betrokken is - en met zeven miljoen vluchtelingen heeft Afrika een ander droevig record.

 Zou Afrika er zoveel erger aan toe zijn indien het principe van de onaantastbare grenzen werd verlaten ten gunste van het recht op zelfbeschikking?

Flexibel

Ik wil hier geen pleidooi houden voor het overhoop halen van alle grenzen in Afrika. Ook wil ik niet pleiten voor het creëren of aanmoedigen van etnisch homogene staten via ‘etnische zuiveringen’. Ik concludeer slechts dat het principe van de onaantastbaarheid van de koloniale grenzen Afrika niet heeft gevrijwaard van conflict, oorlog, verwoesting, en ellende. De vraag of de huidige situatie erger geweest zou zijn indien grenzen ‘flexibel’ (bespreekbaar) geweest waren en door militaire en diplomatieke acties tot stand waren gekomen, zoals elders in de wereld, is niet te beantwoorden.

Ik wil wel de vraag opwerpen of de eenentwintigste eeuw misschien om een andere benadering van Afrika’s grenzen, staten, en conflicten vraagt, dan die van het verleden. In het Oost-Afrikaanse Somalië - waar al tien jaar geen centrale autoriteit meer bestaat - hebben zich enkele jaren geleden Somaliland en Puntland onafhankelijk verklaard. Hoewel genegeerd en niet internationaal erkend, heerst in deze gebieden relatieve politieke rust en is er een zekere rechtsbescherming van de bevolking. In Noordwest-Afrika heeft Marokko de facto de voormalige Spaanse kolonie Westelijke-Sahara ingelijfd, ondanks de veroordeling van de Organisatie van Afrikaanse Eenheid en de periodiek oprispende (rituele?) afkeuring van de internationale gemeenschap. Ongetwijfeld is hier het recht op zelfbeschikking (van de Saharoui) in het geding, maar grenswijzigingen komen in de geschiedenis helaas zelden zonder geweld tot stand. Het zijn maar enkele voorbeelden, maar waarom wordt door de internationale gemeenschap nog steeds krampachtig vastgehouden aan het principe van de ‘onaantastbaarheid van de koloniale grenzen’ in Afrika?

Wat in Afrika niet kan, kan wel in Europa. Toen in 1991 Joegoslavië uiteenviel, ontstonden er in korte tijd vijf onafhankelijke staten. Internationale erkenning liet niet lang op zich wachten. Hetzelfde geldt voor de Centraal-Aziatische republieken na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie.

Meten met twee maten?

Na de moord op president Kabila van Kongo (Kinshasa) en de opvolging door zijn zoon Joseph, staat dit land met meer dan tweehonderd verschillende stammen wéér in de internationale schijnwerpers. Het uiteenvallen van dit land (even groot als West-Europa) is niet denkbeeldig. Wat zal deze keer ons standpunt zijn? Tijd voor een ‘Conferentie van Berlijn’?

Dr. Fred P.M. van der Kraaij 

 
 

 

Terug naar Publicaties
Back to Publications